Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

kers

betekenis & definitie

I.(de; als tweede lid van een samengesteld zn.), naam voor enige houtige planten en hun vruchten, welke laatste op een AN kers lijken (babykers, boskers, savannekers) of niet (laurierkers).

- Etym.: AN kers = o.m. in Ned. wilde en gekweekte Prunus-soorten (Roosfamilie) en hun ronde, rode of paarse vruchten.

II kers (de, -en),

1. naam voor twee inheemse, ook gekweekte vruchtboompjes of -heesters: (a) met witte, viertallige bloemen (Eugenia uniflora, Goejavefamilie); (b) met kleine, roze of lichtpaarse, vijftallige bloemen (Malpighia punicifolia, Lontoekasifamilie). De zon gaat onder en omspoelt de palmen op de erven , de appelbomen, de kersen, de manjebomen en de sapotille met een duisterrode gloed

(Vianen 1969: 73).

2. vrucht van 1: (a) diep gegroefd, met één pit; (b) glad of oppervlakkig gegroefd, met drie pitten. Ook aan zijn kleine blauwe vogel/ tussen de kersen te mooi om waar te zijn -/ herken ik weer; ( ) (Vianen 1974: 19).
- Etym.: Deze vruchten ze zijn rood lijken uiterlijk op AN kers (zie -kers). S kersi = 1 en 2. Oudste vindpl. van 2(a) Hartsinck1770:56.
-Syn. van 1 kersenboom, van 1 (a) en 2(a) geribde kers, Surinaamse kers, kriekjes-over-zee, van 1(b) en 2(b) Westindische kers.
-: geribde kers,
1. syn. van kers (1 a): z.a. Zie Ost. 109.
2. syn. van kers (2a): z.a. De Geribde Kersen hebben een' grooten steen, welke met weinig vlees omgeven is ( ) (Teenstra 1835 I: 419; oudste vindpl.).
- Etym.: Zie kers (2a).
- Syn. Surinaamse kers, kriekjesover-zee.
-: Surinaamse kers,
1. syn. van kers (1a): z.a. Zie Ost. 109.
2. syn. van kers (2a): z.a. Vooral de Surinaamse kers en de babykers komen veel op de markt (Stahel 1944: 33). Etym.: Vroeger was deze naam, ook in de lit., onduidelijk, tegenwoordig echter wordt hij vrij consequent alleen gegeven aan Eugenia uniflora. Volgens D.g.f. (73) heet de soort in het E van Guyana: Surinam cherry = lett. id. Syn. geribde kers, kriekjes-over-zee.
-: Westindische kers,
1. syn. van kers (1b): z.a. Zie Ost. 124.-
2. syn. van kers (2b): z.a. Minister Ardjosemito wil 't overigens niet bij uien laten. Zijn ministerie gaat ook de teelt van droge gewassen als westindische kers, manja , ananas, markoesa en papaja propageren (WS25-4-1987).-Etym.: Nederlanders gebruikten eertijds ‘West-lndië’ wel voor alle Ned. overzeese gebiedsdelen in tropisch Amerika, dus niet alleen voor het gebied van de Westindische eilanden.