: in/op de eerste (tweede, derde enz ), in de eerste (tweede, derde enz.) klas van... (school voor voortgezet onderwijs). Mijn zoon, zo zegt hij, zit in de derde Mulo, maar de Nederlandse taal beheerst hij helemaal niet (Fernandes 1973: 47).
Een zat op de mulo en de andere op de tweede mulo (Doelwijt 1971: 61). Opm.: Zoals uit het tweede vb. blijkt, wordt bij weglating van het rangtelwoord ‘eerste klas’ bedoeld.-: eerste begin, om te beginnen. Eerste begin: mevrouwtje neemt één vaart naar binnen (Cairo 1980b: 41).