Gepubliceerd op 30-07-2020

De draak steken met iets

betekenis & definitie

er de spot mee drijven. Deze uitdrukking herinnert aan St.-Joris, eigenlijk Georgius, prins van Cappadocië, die omstreeks het midden van de 3de eeuw leefde, en een vreselijke draak, die het land onveilig maakte en de dochter van de koning wilde verslinden, met zijn degen doodde. Deze ridder werd in de middeleeuwen de christelijke ridder, die de draak, d.i. het heidendom doorstak (anderen nemen aan dat de draak niet het heidendom maar de duivel voorstelde, met wie men graag solde en spotte); toen ook kreeg hij evenals ieder ridder een wapenschild: een rood kruis op een zilveren veld. Op vele muntstukken uit de 15de en 16de eeuw vinden wij hem afgebeeld, met het kruis op zijn wapenrok, te paard of te voet de draak dodende, nu eens met een speer dan weer met een zwaard. In optochten en processies kwam hij meermalen voor: o.a. in 1550 te Amsterdam, waar hij in een processie meereed en met een lans naar een grote, groene draak stak1). Albrecht
Dürer zag hem te Antwerpen, terwijl de draak door een dame, die Sint-Margriet voorstelde, aan een rood lint voortgetrokken werd. Hij mocht in geen optocht ontbreken, waarin hij voor de grap zijn lans zwaaide, en ermee stak in een linnen draak, met stro opgevuld. In de stadsrekeningen van Axel van 1504—1505 leest men o.a. nog: „Van dat hij met zijnen peerden voerde op de sle een personaige in de processie ende voort dat hij de greppe vulde met eerde daer men de drake stac”. Aan deze processieverroning is vermoedelijk de uitdr. de draak met iets (voorheen ook met iemand) steken ontleend; het beeld is dan dat iemand maar voor de leus iets zegt, zonder dat het hem ernst is.
1) Een dergelijke voorstelling vindt men nog op een schilderij van Derkinderen in het Suasosmuseum te Amsterdam.

< >