Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Wie eens steelt, is altijd een dief

betekenis & definitie

als men zich eenmaal vergrepen heeft, behoudt men altijd een slechte naam; is men in één opzicht oneerlijk gebleken, dat wordt men verder altijd verdacht; één vlekje bederft een goede naam voor altijd bij de mensen, want eer is teer en God vergeeft, maar de mensen niet. Reeds in Proverbia Communia en GDS: „wie eens steelt, moet al sijn daghe een dief sijn” (bl. 7).

Hd. wer einmal stiehlt heisst immer ein Dieb;Eng. once a knave ever a knave.