Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Van alle markten thuis zijn

betekenis & definitie

veelzijdige praktische kennis hebben, met velerlei zaken bekend zijn. „Landloopers en kramers, die alle markten bywoonen, leeren allerlei boosheden en bedriegeryen, die daar op in zwang gaan. Dit past men dus toe op een doortrapt, geslepen en bedreven mensch” zegt Tuinman (1, 185).

In de 16de eeuw bij Sartorius III, 1, 89 lezen we: Hij is van alle marckten weder gekomen, dat ter vertaling dient van duodecim artium est. Zo ook R. Visscher, Brabb. 23; Gew. Weuw. 3, 57; „Weet ik een gat, gy weet een spyker: gy zijt van alle Merckten weer gekomen"; Van Effen, Speet. 7, 209: „Halfgeleerden, die zich verbeelden, dat ze van alle markten weer gekomen zijn"; zie ook 10, 175. Van alle markten thuis zijn staat dan zeker voor: „van alle markten thuisgekomen zijn”, of moet voor een samensmelting gehouden worden van op alle markten thuis zijn en van alle markten weergekomen zijn. Fr. avoir bien couru les foires; savoir toutes les foires de Champagne; être de tous les métiers; être au poil et a la plume; Eng. to be for all waters; to be up to all dodges: Hd. in allen Sätteln gerecht sein; mit allen Hunden gehetzt sein: die Kniffe und Fiffe weghaben. — Een geheel andere betekenis heeft de uitdr. van alle markten thuiskomen, nl. die van: nergens voor deugen, nooit slagen, dat oorspronkelijk gezegd is van koopwaar die op alle markten gebracht is en nergens verkocht wordt.