er beteuterd bij staan, met de mond vol tanden staan, of men geen tien kan tellen. Gewoonlijk verklaard als een toespeling op Lodewijk, de koning van Holland (1806-T0), de broer van Napoleon, die geheel van deze afhankelijk was en herhaaldelijk door hem op het matje werd geroepen.
Misschien is dit echter een latere interpretatie; ‘verdomde’ past niet in deze context en duidt eer op een begrip als ‘het zwarte schaap’. Er zijn vooralsnog te weinig bewijsplaatsen en gegevens om dit te kunnen uitmaken.