Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Onbewimpeld de waarheid (enz.) zeggen

betekenis & definitie

zonder er doekjes om te winden, onverbloemd, onverholen; eig. zonder er een wimpel, d.i. een sluier, om te winden, in welke zin dit woord in de middeleeuwen vrij gewoon was. Sinds beg. 18de e. bekend.

Vgl. het Ofr. guimple, Nfr. guimpe, borstsluier der nonnen. Fr. dire quelque chose sans mitaines; parler bon français; dire le fin mot; Hd. unumwunden mit der Sprache herausrücken; Deutsch mit jemand reden; Eng. to tell a person one’s mind (of candid opinion)', to speak out (freely).