men moet moeilijkheden die men mijden kan niet gaan opzoeken; niet de aandacht vestigen op iets waarvan men onaangename gevolgen kan verwachten; lett. de nijdige hofhond die slaapt, moet men niet wakker maken; vroeger ook slapende wolven wekken, kabaal doen ontstaan. Een oud en alg. sprw., reeds in het Mnl. bekend; men zei toen ook „laat dat catkijn ronken”.
Fr. il ne faut pas rêveiller le chat (of le loup) qui dort', Hd. schlafende Hunde soll man nicht aufwecken; Eng. let sleeping dogs (of a sleeping dog) lie; to wake a sleeping dog.