klein maar fijn, keurig; Hd. klein, aber rein. Hier heeft klein nog de oude betekenis bewaard die het in de middeleeuwen ook had, nl. die van fijn, sierlijk (vgl.
Eng. clean en het Ndl. kleinood; Hd. Kleinod; ook in Kleinschmied), zodat beide adjectieven thans ten onrechte als tegenstelling gebruikt worden.