Definities van Spreekwoorden en gezegden in de Ensie Z
- Ze achter de elleboog hebben
- Zeemanschap gebruiken
- Zich aanstellen
- Zich airs geven
- Zich beslapen op iets
- Zich de of te sappel maken
- Zich de kaas niet van het brood laten eten
- Zich dekken op zijn voorman
- Zich dik maken
- Zich een aap lachen
- Zich een bochel lachen
- Zich jakes houden
- Zich koes(t) of koestem houden
- Zich laten gezeggen
- Zich leuk houden
- Zich met een Jantje van Leiden van iets afmaken
- Zich niet onbetuigd laten
- Zich opdirken
- Zich schrap zetten
- Zich sjakes houden
- Zich sterk maken
- Zich uit de naad lopen
- Zich uit de voeten maken
- Zich vernieuwen, opluiken als een arend
- Zich verspreiden als een lopend vuurtje
- Zich zelf kunnen bedruipen
- Zie ik zo wit?
- Zien wie de blankste billen heeft
- Zijn bekomst ergens van hebben
- Zijn beslag krijgen
- Zijn beste beentje voor zetten
- Zijn biezen pakken
- Zijn boontjes op iets te week leggen
- Zijn buik vol hebben van iets
- Zijn draai hebben
- Zijn draai nemen
- Zijn eigen glazen of ruiten ingooien
- Zijn gooi gaan
- Zijn haan moet (altijd) koning kraaien
- Zijn handen in onschuld wassen
- Zijn handen van iets afwassen
- Zijn hart aan iets ophalen
- Zijn hart vasthouden
- Zijn hoed staat op half zeven of half elf
- Zijn kat sturen
- Zijn koren groen eten
- Zijn licht niet onder de korenmaat zetten
- Zijn lust, haat, hartstocht (enz.) botvieren
- Zijn matten oprollen
- Zijn melk optrekken
- Zijn mes snijdt aan twee kanten
- Zijn moed koelen aan iemand
- Zijn oren zullen tuiten
- Zijn pappenheimers kennen
- Zijn proefstuk leveren
- Zijn rokje omkeren
- Zijn slag slaan, waarnemen
- Zijn vingers branden
- Zijn wilde haren verliezen
- Zijn woord gestand doen
- Zijn woord is geen evangelie
- Zijn woorden op een goudschaaltje wegen (leggen)
- Zijn zegel aan iets hechten of hangen
- Zijn ziel in lijdzaamheid bezitten
- Zo arm als Job
- Zo boos, nijdig of kwaad als een spin
- Zo doof als een kwartel
- Zo gaan er wel dertien in een dozijn
- Zo gewonnen, zo geronnen
- Zo hard als een spijker
- Zo helder (schoon, zuiver) als een (de) brand
- Zo lopen de gootjes als het regent
- Zo oud als de weg van Rome of van Kralingen
- Zo oud als Methusalem
- Zo rijk als Boaz
- Zo vast (sekuur, zeker) als de bank
- Zo vol als mud
- Zo vraagt men de boeren de kunst af
- Zo waar als amen
- Zo zijn we niet getrouwd
- Zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten
- Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
- Zoals het reilt en zeilt
- Zoete broodjes bakken
- Zondagssteek houdt geen week
- Zonder (te) blikken of (te) blozen
- Zonder aanzien des persoons
- Zonder beschuit scheep gaan
- Zonder erg
- Zonder kracht of heerlijkheid; er is geen kracht of heerlijkheid aan
- Zuinig kijken
- Zuur zijn
- Zwaar op de hand zijn
- Zwart zien van de honger