Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

(Een) puisje vangen, puisjes vangen

betekenis & definitie

bij iemand aanbellen en daarna weglopen, beldeurtje spelen. De oorspr. bet. zal wel zijn voorgeven een poes (in de 17de eeuw is puis — poes zeer gewoon) te vangen (bij avond), doch eig. straatschenderij plegen.

In N.-Limburg kent men hiervoor: muskejagen, en in Antw. een beeldeken plakken; te Breda een rat jagen; elders een muisje vangen en door contaminatie muiske bellen (te Roermond), muisjes bellen (te Dordrecht); bolkies vangen (te Delft). Vgl. ook een uiltje knappen en om zeep gaan, welke uitdrukkingen een soortgelijke omschrijvende beeldspraak inhouden. Fr. tirer les sonnettes; Hd. Mäuschen fangen (in de Rijnprovincie); Schellen ziehen; Eng. giving run-away knocks (of rings).