Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Een appeltje met iemand te schillen hebben

betekenis & definitie

iets met hem af te handelen, hem te onderhouden hebben over iets dat hem niet aangenaam kan zijn. Het kan opgevat worden als een ironische zegsw., te vergelijken met iemand van de taart, een oorvijg, een muilpeer, een beschuitje (= kneep) geven; een gebraden peertje voor een hatelijk gezegde of een poets.

In de 17de e. komt echter voor een ui met iemand te schillen hebben, en sinds de 18de e. een eitje met iemand moeten pellen of schillen; het eerste zal wel de oorspr. vorm zijn: het schillen van uien doet de ogen tranen, en dit kan dus licht fig. genomen worden ter aanduiding van iets dat voor de betrokkene niet aangenaam is. Ook zegt men wel met iemand een nootje te kraken hebben. Vgl. Fr. avoir des petits pois à écosser ensemble; Hd. mit jemand ein Hühnchen (of ein Sträuszchen) zu rüpfen haben; Eng. to have a botte to piek with a person; to have a crow to pluck with ap.; to have a nut to crack with a p. In dezelfde zin zegt men in het Zaans: ik moet met hem aan de kersen.