zich aan moedeloosheid overgeven, niets doen om uit een benarde positie waarin men geraakt is, te komen. Voorheen: van vermoeidheid niet verder komen.
Ontleend aan Gen. 49:14, waar Jakob van zijn zoon Issaschar zegt dat hij „is een sterk gebeende ezel, nederliggende tussen twee pakken” (N. Vert.: „een bonkige ezel, die tussen de stallingen ligt”).