Spreekwoordelijk Nederlands

Jan Meulendijks & Bart Schuil (1998)

Gepubliceerd op 15-04-2021

Spreekwoorden en uitdrukkingen met dom

betekenis & definitie

Arbeiden is voor de dommen.

Arbeid is goed voor de dommen.

Arbeid is voor de dommen.

De domste boeren hebben de dikste aardappels.

Dom volk en varkens laten zich slecht drijven.

Een dom blondje.

Een domme gans.

Een domme uil.

Een domme zet.

Een dom poteten.

Een mens kan drie domme dingen doen: in de krant schrijven, huizen verhuren en borg zeggen.

Hans komt door zijn domheid voort.

Het domste hoofd krijgt het beste kussen.

Het geld dat stom is, maakt recht wat krom is en snedig wat dom is.

Niet zo dom zijn als men eruit ziet.

Te dom zijn om te helpen donderen.

Te dom zijn om voor de duivel te dansen.

Werken is goed voor de dommen.

Werken is voor de dommen.

Zich van de domme houden.

Zo dom als een oliekoek.

Zo dom als het achtereind van een koe.

Zo dom als het paard van Christus.

Zo dom als het paard van Christus en dat was nog een ezel.

Zo dom zijn als een eend.

Zo dom zijn als een ezel.

Zo dom zijn als een gans.

Zo dom zijn als een koe.

Zo dom zijn als een os.

Zo dom zijn als het achtereind van een varken.

< >