Spreekwoorden zoeken
Spreekwoorden 'ZWAAR'
Willen weten hoe zwaar iemand is
Willen weten hoeveel geld iemand heeftErgens zwaar aan tillen
Ergens vreselijk tegenop zienZwaar bij iemand wegen
In achting en vertrouwen bij iemand staanErgens een zwaar hoofd in hebben
Iets somber inzienHij weegt niet zwaar
Hij is geen hoogvlieger, heeft niet veel verstandZo zwaar als een aambeeld
Zeer zwaarzwaar op de hand zijn
altijd bezwaren of risico’s zien.zwaar op de maag liggen
dat probleem ligt me zwaar op de maag: ik vind het een moeilijk probleem, ik weet er geen oplossing voor.Zwaar op de hand zijn
Vermoeiend zijn, door druk en langdradig redenerenKwikzilver is zo zwaar als goud
Men moet iets of iemand niet beoordelen naar uiterlijke kentekenen, want: schijn bedriegtErgens een hard (of: zwaar) hoofd in hebben
Niet geloven dat het succes zal hebben; de zaak donker inzienDat is zo zwaar als lood
Dat is zeer zwaarHij is zwaar op de hand
Hij is een pessimistDat ligt hem zwaar op de lever
Dat zit hem danig dwarsWat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen
Wat het belangrijkst is, gaat voorWie het zwaard opneemt, zal door het zwaard vergaan
Wie geweld toepast, zal zelf door geweld worden verslagenWat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen
De belangrijkste dingen moeten als eerste worden gedaanHet belangrijkste moet voorgaan
Sparen is een rijke tol, die de beurs maakt zwaar en vol
Spaarzaamheid leidt tot welstandSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’