Zijn geluk (fortuin) met voeten treden
‘Met voeten treden’, iets verachten, niet om iets geven, iets vertrappen. Deze woorden slaan o.m. op Joz. 10 : 24: ‘En het geschiedde als zij de koningen uitgebracht hadden tot Jozua, zo riep Jozua al de mannen van Israël, en hij zei tot de oversten des krijgsvolks, die met hem getogen waren: Treedt toe met uwe voeten op de halzen dezer koningen. En zij traden toe en zij zetten hunne voeten op hunne halzen’. Zie voorts Ps. 74 : 3. De uitdrukking wil zeggen: moedwillig zijn eigen belangen schaden