Zijn als Joris Goedbloed, die de broek lapt en het garen toegeeft
‘Goedbloed’ is gevormd uit de woorden ‘goed’ en ‘bloed’, welk laatste woord veelal de betekenis heeft van: sul, sukkel, onnozele hals, Derhalve: een goeie sul, een goedzak. De zegswijze behoeft overigens geen nadere opheldering. Hetzelfde type is later bekend geworden onder de naam: ‘Frederik Fluweel'