Wie altijd in de spiegel ziet
Beseft de ware schoonheid nietWie altijd in de spiegel ziet
Maar jaagt naar ijdelheidMen ziet, gelyk in my, in haer, Juppyns gelaet
Niet, dat hy over zich heeft, als hy zit te raedtMen ziet, gelyk in my, in haer, Juppyns gelaet
Maer als hy leyt ter dis, in ’t lest van ’t banketterenMen ziet, gelyk in my, in haer, Juppyns gelaet
En loert, en lonkt, en wenscht yet goelyks uytHij ziet er geen gat meer in
Hij ziet het totaal niet meer zittenMen ziet zelfs vlekken in de zon
Niemand is zonder gebrekenIn het veen ziet men op geen turfje
Waar veel is hoeft men niet te sparenDie in het veen zit, ziet op geen turfje
Waar veel is hoeft men niet te sparenin het veen ziet men niet op een turfje
wie rijk is kan het er van nemen, wie rijk is merkt er niets van wanneer hij een paar gulden meer uitgeeft.In het veen ziet men niet op een turfje
Waar voldoende van is, kan men gemakkelijk wat van missenMen ziet de splinter in eens anders oog, maar niet de balk in
Men ziet wel de kleine fouten en gebreken van anderen, maar voor zijn eigen veel grotere gebreken is men blindMen ziet de splinter in eens anders oog, maar niet de balk in zijn eigen
Men ziet wel de kleine fouten en gebreken van anderen, maar voor zijn eigen veel grotere gebreken is men blindHij ziet wel de splinter in een anders oog, maar niet de balk in zijn eigen
Hij ziet wel de kleine fouten van anderen, maar niet zijn eigen grote foutenHij ziet eerder een mug in de lucht dan een os op de aarde
a Hij loopt met zijn hoofd in de wolken;Hij ziet eerder een mug in de lucht dan een os op de aarde
b hij is verwaandAls men een klip boven water ziet, zo kan men ze mijden in ‘t zeilen
Wanneer men tijdig voor een gevaar gewaarschuwd is, kan men de nodige maatregelen nemenHet komt op geen turf aan, als men in het veen is; of: Die in het veen is, ziet op geen turfje
Die overvloed heeft is karigHij ziet dubbel
Hij is scheelHij ziet scheel
Hij is dronkenZiet, de Mens!
Soms ten onrechte: ‘Zie de Mens!’ Ontleend aan Joh. 19:5, welke tekst luidt: ‘Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon en het purperen kleed. En Pilatus zeide tot hen (de omstanders): ‘Ziet, de Me...Lees meer