Wist gij niet dat ik moest zijn in de dingen Mijns Vaders?
Woorden, ontleend aan de geschiedenis uit Luc. 2 : 39-52, waarin verhaald wordt hoe Jezus, als twaalfjarige jongen, de leraren verbaasd doet staan over de wijsheid Zijner woorden. Als Zijn moeder hem ten slotte vindt en hem verwijtend vraagt waarom hij hen zolang heeft laten zoeken, antwoordt Hij haar met de bovenaangehaalde woorden