Deze uitdrukking wil te kennen geven, dat iets lang duurt, of herhaaldelijk, tot vervelens toe, terugkeert. Ze is een sprekend voorbeeld van de zucht om zich toch maar zo krachtig of duidelijk mogelijk uit te drukken. Soms maakt men er nog van: ‘Van eeuwigheid tot zaligheid1, uit de zucht tot klank-assimilatie enerzijds, en een verward begrip van geestelijke zaken (eeuwigheid zaligheid - amen) anderzijds. De uitdrukking is feitelijk een schertsende verknoeiing van het bekende slot bij gebeden: ‘Van eeuwigheid tot eeuwigheid, amen!1 Volgens anderen is ze ontleend aan het slot van het Onze Vader (Matth. 6 : 9-13): ‘Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen!1