Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'tuin'
Zo de tuinman - zo de tuin
Ongeveer hetzelfde als: zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gastenIn eigen tuin wieden
‘Wieden’ is ontstaan uit het oude: wiede, kruid. De zegswijze: onkruid wieden, zou dus letterlijk luiden: onkruid kruiden. Intussen bedoelt de uitdrukking: zich met zijn eigen zaken (moeten) bemoeien. Vgl. ook: zijn eigen straatje schoonvegenDe kap op de tuin hangen
Het kloosterleven vaarwel zeggenDe kap over de haag gooien
‘Kap’ betekent hier: monnikskap, en ‘tuin’ betekent oorspronkelijk: omheining. De gehele uitdrukking betekent dus: het klooster verlaten, geen monnik meer willen blijven. In het algemeen: een ander beroep kiezen. De monnik die er de brui aan gaf, gooide, zodra hij het klooster verlaten had, zijn habijt in de tuin of over de haag van het klooster
Iemand om de tuin leiden
Iemand misleiden (tuin = omheining)Iemand bedriegen
Iemand beetnemen, foppen, misleiden, bedriegen
‘Tuin’ heeft hier de betekenis van: haag, omheining. Vgl. uit de Reinaert
iemand om de tuin leiden
iemand bedriegen, iemand beetnemen.Dat zijn peren uit mijn eigen tuin
Dat is een uitspraak, die ikzelf altijd verkondigd hebDe mantel om de tuin hangen
Een ambt, een betrekking neerleggenEen tuin op zijn buik planten
Begraven wordenGewoon huis-, tuin- of keuken-Hollands
Wordt gezegd ter onderscheiding van het Hollands, dat doorspekt is met allerlei vreemde woorden en zinswendingenAls een havik op de tuin zitten
Op de loer zitten, in afwachting van een goede kansElk heeft genoeg in eigen tuin te werken (of: wieden)
Kijk eerst naar je eigen onvolmaaktheden in plaats van je te verdiepen in die van anderenSteentjes werpen in iemands tuin (Z. N.: in iemands hof)
Iemand bedektelijk kleine onaangenaamheden zeggen of laten voelen; zinspelingen maken om iemand te kwetsen, zonder er de schijn van te willen hebbenHij heeft genoeg in zijn eigen tuin te wieden
Hij moet naar zijn eigen tekortkomingen kijken en niet naar die van een anderEen ieder moet maar in zijn eigen tuin wieden
‘Wieden’ is een denom. van ‘wiede’, onkruid. Het betekent: het wegnemen van het wiede, en behoort derhalve met ragen (van: spinrag), stoffen (van: stof) e.d. tot de privatieve werkwoorden, dat zijn die, welke uitdrukken: een beroven of ontdoen van. De uitdrukking bedoelt: men moet zich eerst van zijn eigen fouten en gebreken ontdoen, vóór men zich met die van anderen bemoeit. Een soortgelijke uitdrukking is: ieder moet maar voor zijn eigen deur vegenIeder heeft in zijn eigen tuin genoeg te wieden
Ieder heeft met zijn eigen zaken genoeg te stellenDe kap op de tuin hangen (of: over de haag smijten)
Het klooster verlaten; ook: zijn beroep opgevenUit een niet omheinde tuin zijn de bloemen gauw geplukt
Wie geen voorzorgen neemt, lijdt schadeAls men geen voorzorgen neemt, wordt men licht bedrogen (benadeeld, enz.)
Maak nooit een bok tot tuinman
Dwz. draag nooit iets op aan iemand die er totaal ongeschikt voor is, of die te veel eigenbelang heeft. De uitdrukking komt reeds in de ióde eeuw voor. De bok besnuffelt, belikt en proeft alles. Een analoge zegswijze is: maak nooit de wolf tot herder (Lat.: ovem lupo commisisti)Hij is achter de tuindeur opgekweekt
Zijn opvoeding is verwaarloosdDe vos groet dan alleen de heg, wanneer hij in de tuin wil
Wacht u voor de vleiersSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren