Boeken
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren

 

Spreekwoorden zoeken

uitgelicht

Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!

Spreekwoorden 'tuin'

Zo de tuinman - zo de tuin

Ongeveer hetzelfde als: zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten

In eigen tuin wieden

‘Wieden’ is ontstaan uit het oude: wiede, kruid. De zegswijze: onkruid wieden, zou dus letterlijk luiden: onkruid kruiden. Intussen bedoelt de uitdrukking: zich met zijn eigen zaken (moeten) bemoeien. Vgl. ook: zijn eigen straatje schoonvegen

De kap op de tuin hangen

Het kloosterleven vaarwel zeggen
De kap over de haag gooien
‘Kap’ betekent hier: monnikskap, en ‘tuin’ betekent oorspronkelijk: omheining. De gehele uitdrukking betekent dus: het klooster verlaten, geen monnik meer willen blijven. In het algemeen: een ander beroep kiezen. De monnik die er de brui aan gaf, gooide, zodra hij het klooster verlaten had, zijn habijt in de tuin of over de haag van het klooster

Iemand om de tuin leiden

Iemand misleiden (tuin = omheining)
Iemand bedriegen
Iemand beetnemen, foppen, misleiden, bedriegen
‘Tuin’ heeft hier de betekenis van: haag, omheining. Vgl. uit de Reinaert

iemand om de tuin leiden

iemand bedriegen, iemand beetnemen.

Dat zijn peren uit mijn eigen tuin

Dat is een uitspraak, die ikzelf altijd verkondigd heb

De mantel om de tuin hangen

Een ambt, een betrekking neerleggen

Een tuin op zijn buik planten

Begraven worden

Gewoon huis-, tuin- of keuken-Hollands

Wordt gezegd ter onderscheiding van het Hollands, dat doorspekt is met allerlei vreemde woorden en zinswendingen

Als een havik op de tuin zitten

Op de loer zitten, in afwachting van een goede kans

Elk heeft genoeg in eigen tuin te werken (of: wieden)

Kijk eerst naar je eigen onvolmaaktheden in plaats van je te verdiepen in die van anderen

Steentjes werpen in iemands tuin (Z. N.: in iemands hof)

Iemand bedektelijk kleine onaangenaamheden zeggen of laten voelen; zinspelingen maken om iemand te kwetsen, zonder er de schijn van te willen hebben

Hij heeft genoeg in zijn eigen tuin te wieden

Hij moet naar zijn eigen tekortkomingen kijken en niet naar die van een ander

Een ieder moet maar in zijn eigen tuin wieden

‘Wieden’ is een denom. van ‘wiede’, onkruid. Het betekent: het wegnemen van het wiede, en behoort derhalve met ragen (van: spinrag), stoffen (van: stof) e.d. tot de privatieve werkwoorden, dat zijn die, welke uitdrukken: een beroven of ontdoen van. De uitdrukking bedoelt: men moet zich eerst van zijn eigen fouten en gebreken ontdoen, vóór men zich met die van anderen bemoeit. Een soortgelijke uitdrukking is: ieder moet maar voor zijn eigen deur vegen

Ieder heeft in zijn eigen tuin genoeg te wieden

Ieder heeft met zijn eigen zaken genoeg te stellen

De kap op de tuin hangen (of: over de haag smijten)

Het klooster verlaten; ook: zijn beroep opgeven

Uit een niet omheinde tuin zijn de bloemen gauw geplukt

Wie geen voorzorgen neemt, lijdt schade
Als men geen voorzorgen neemt, wordt men licht bedrogen (benadeeld, enz.)

Maak nooit een bok tot tuinman

Dwz. draag nooit iets op aan iemand die er totaal ongeschikt voor is, of die te veel eigenbelang heeft. De uitdrukking komt reeds in de ióde eeuw voor. De bok besnuffelt, belikt en proeft alles. Een analoge zegswijze is: maak nooit de wolf tot herder (Lat.: ovem lupo commisisti)

Hij is achter de tuindeur opgekweekt

Zijn opvoeding is verwaarloosd

De vos groet dan alleen de heg, wanneer hij in de tuin wil

Wacht u voor de vleiers
  • Synoniemen van Zo de tuinman - zo de tuin
  • Spelling van Zo de tuinman - zo de tuin
  • Zo de tuinman - zo de tuin vervoegen

Spreekwoorden

Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.

Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).

Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal

Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren

Alle woorden

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
© 2022 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten