Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'Tijd slijt'
Tijd slijt
Ook onaangenaamheden en verdriet worden tenslotte vergetenGeen tijding, goede tijding
Zolang men niets hoort, is er ook geen slecht nieuwsHetzelfde als: geen nieuws, goed nieuws. Wanneer men in een lange tijd niets van iemand gehoord heeft, kan men aannemen, dat er niets bijzonders (ernstigs) aan de hand is, anders had men wel geschreven. It.: ‘Nulla nuova buona nuova’
Van tijd tot tijd
Hetzelfde als: zo nu en dan, af en toe, somsDe tijd verdrijven
Vgl. I. de Decker (1610-1666) in zijn Tijd-verdrijftijd is geld
een hoeveelheid tijd laat zich uitdrukken in termen van een hoeveelheid geld; in het bijzonder: minder benodigde tijd betekent meer winstDe tijd korten
Meestal slaat deze zegswijze op het zoeken van bezigheid tijdens het wachten op ietstijd slijt
na verloop van tijd ben je zelfs de meest erge of verdrietige dingen weer vergeten.de tijd brengt raad
na verloop van tijd ontstaat vanzelf duidelijkheid of raken problemen vanzelf opgelost; komt tijd, komt raadGezelligheid - kent geen tijd
Wanneer men in prettig gezelschap vertoeft, vliegt de tijd om en weet men van uur noch tijdDe tijd doden
Zich met allerlei onnodige, nutteloze of soortgelijke dingen bezighouden, om door de tijd te komen. Vgl. Seneca, Epistolae (82, 3): ‘Otium sine literis mors est’, d.i.: vrije tijd, zonder dat men zich met de een of andere studie bezighoudt, is de doodDe tijd uitkopen
Ontleend aan Eph. 5:15-16, waar staat: ‘Ziet dan hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, de tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn’. Bedoeld wordt, dat men zijn tijd goed besteden moetNa verloop van tijd
Nadat er enige tijd verlopen wasHet was pateelkens tijd
Na de maaltijd komenTijd is geld
Vertaling van Eng.: ‘Time is money’. Vermoedelijk van Bacon (Essays of dispatch, 1620). De bedoelde plaats luidt: ‘Time is the measure of business, as money is of wares’, d.i.: tijd is de maatstaf voor de arbeid, evenals geld voor koopwaar. Wie met de tijd, die hij heeft, voordeel weet te doen, kan geld verdienenVertaling van Eng.: ‘Time is money’. Vermoedelijk naar Bacon, Essays of Dispatch (1620), waar we lezen: ‘Time is the measure of business, as money is of wares’, d.i.: tijd is een maatstaf voor de arbeid, evenals geld voor koopwaar. Vgl. Guido Gezelle
De tijd slijten
Hetzelfde als: de tijd doorbrengen. Vgl. Vondels Samson, waar de vorst in vs. 516 zegt: ‘Hy slyte dus den tyt, den bozen tot een baeck’Zijn tijd afwachten
Ontleend aan Sir. 20:5Bij tijd en wijle
Zo nu en danHetzelfde als: Zo af en toe, zo nu en dan. ‘Wijl(e)’ is een oud Ndl. woord voor: tijd, zodat deze uitdrukking een pleonasme is. Het woord ‘wijle’ leeft nog voort in: langwijlig (langdurig), kortswijl (tijdkorting), verwijlen (vertoeven), onverwijld (onmiddellijk), onderwijl (gelijktijdig), terwijl (gelijktijdig), dewijl (omdat) en dikwijls (menigmaal)
komt tijd, komt raad
na een poosje komt er altijd wel een oplossingen.na verloop van tijd ontstaat vanzelf duidelijkheid of raken problemen vanzelf opgelost; de tijd brengt raad
De tijd baart rozen
De tijd brengt alles weer terechtNa een slechte periode breekt doorgaans ook weer een betere tijd aan
De tijd brengt alles terecht
Uit de tijd zijn
Gestorven, overleden zijn; ook: ouderwets zijnSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren