‘Stemming’, gemoedsgesteldheid, humeur. Vermoedelijk slaat het woord op het afstemmen van een muziekinstrument. ‘Landerig’ vinden we terug in: het land hebben, landziek zijn
Niet of wel in een goed humeur zijn. Vooral gezegd wanneer het om bepaalde zaken gaat, bijv. (niet) in de stemming zijn om te zingen, om grappen te vertellen e.d