De betekenis dezer uitdrukking is vitten, onbeduidende gronden aanvoeren; ook: iets voorwenden om iets te verbergen dat niet goed is. Volgens sommigen is de uitdrukking ontleend aan de gewoonte op scheepstimmerwerven, om bij laag water spijkers, die bij het timmeren gevallen zijn, op te zoeken. Van Lennep, die betreffende de verklaring dezer uitdrukking als gezaghebbende vaak wordt genoemd, zegt ervan in zijn Zeemanswoordenboek: ‘Het is alleen als ’t water laag is, dat men de gezonken waren en kostbaarheden, die uit een gestrand schip te gronde zijn gegaan, op den bodem gaat zoeken. Maar, wie daarvoor duikt en zijn leven waagt, brengt gaarne iets boven, dat waarde heeft, en laat de gezonken spijkers liggen. Die dus, op laag water, beweert spijkers te zoeken, is een dwaas, of iemand, die zijn wezenlijk doel verbergen wil’