Spreekwoorden zoeken
Spreekwoorden 'slof'
uit zijn slof schieten
hij werd plotseling erg boos.Uit zijn slof schieten
a Royaal trakteren;b boos worden
Boos worden
Onverwacht in actie komen, ongewoon zijn best doen; vooral ook: onverwacht uithalen, een onverwacht groot geschenk geven
Hij doet alles op een stoel en een slof
Hij doet alles op zijn gemak(ergens) op een schoen en een slof aankomen
de immigrant kwam op een schoen en een slof in Amerika aan: hij bezat niets, hij had nauwelijks voldoende kleren en geld.Zich uit de sloffen lopen
Hard lopenHet op zijn slofjes af kunnen
Het zeer gemakkelijk hebbenDe schoonste schoen wordt ook een sloffer
Aan alles komt een eindeDat is een leerling op sloffen
Hij kan absoluut niet studerenVoor iemand het vuur uit zijn sloffen lopen
Zeer veel moeite voor iemand doenZeer veel moeite voor hem doen
Hij kan het op zijn sloffen af
Hij kan het werk gemakkelijk aanzich het vuur uit de sloffen lopen
bij het verkopen van de kinderpostzegels liep hij zich het veruit de sloffen: hij deed erg zijn best om veel te verkopen.Voor iemand het vuur uit de sloffen lopen
Zich zeer veel geven voor iemandHij loopt zich het vuur uit de sloffen
Hij werkt hardSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’