Aan boord maakt men letterlijk 'schoon schip' op zaterdag (het gewone schoonmaken van het opperdek noemt men ‘dekspoelen’); voorts kent men nog 'generaal schoon schip’ maken, en dit gebeurt na kolenladen of voor een inspectie. Overdrachtelijk voor: opruiming houden, opruimen (van personen of zaken); zijn schulden betalen