Spreekwoorden zoeken
Spreekwoorden 'plukken'
Iemand kaal plukken (maken)
Iemand van zijn laatste geld berovenGoede peren plukken
Zijn voordeel doen, winst binnenhalenErgens de vruchten van plukken
Het voordeel behalen waar men ook voor gewerkt heeftVeren plukken van een kikker
Het onmogelijke verrichtenOude hanen zijn moeilijk te plukken
Door de ondervinding geleerd, zijn oude mensen voorzichtig en laten zich niet gemakkelijk bedriegen of beetnemenOok: De oude hazen kennen de stroppen (of: weten de slopen)
Door de ondervinding geleerd, zijn oude mensen voorzichtig en laten zich niet gemakkelijk bedriegen
een kale kip kun je niet plukken
van wie niets heeft, kun je ook niets afnemenJe kunt geen veren plukken van een kikker
Waar niets is, valt ook niets te halenMen kan van een kikker gaan veren plukken
Waar niets is, kan men ook niets halenVan een eik zal men geen peren plukken
Zulke ouders hebben zulke kinderenMen moet het bloempje plukken, terwijl het bloeit
Men moet de gelegenheid waarnemenDe ganzen krijgen de kost, maar ze moeten hem plukken
Er is eten voor iedereen, maar je moet er wat voor doenDie de roos wil plukken, mag de doornen niet ontzien
Wie het genot van iets wil hebben, moet daar ook de last van dragenWie de roos wil plukken, moet de doornen niet ontzien
Iemand die van iets prettigs wil genieten, moet er iets voor over hebbenDe ganzen krijgen de kost, maar ze moeten hem wel plukken
Iedereen kan aan de kost komen, mits men bereid is er ook voor te werkenDe ganzen krijgen de kost, maar zij moeten hem plukken
Men kan wel zijn brood verdienen, maar men moet er voor werkenTrap het koren niet plat om een klaproos te plukken
Om een klein voordeel te behalen, moet men zich niet aan een groter nadeel blootstellenMen moet de appels niet plukken, voordat ze rijp zijn
Men moet in alles de geschikte tijd afwachtenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’