Iemand de plak opleggen
Iemand een pak slaag gevenIemand het zwijgen opleggen
Iemand dwingen zijn mond te houdenIemand het zwijgen opleggen
Hem gebieden zijn mond te houden, verder spreken belettenZich een rem opleggen
Zich beperken in een bepaalde aangelegenheidZich een taak opleggen
Zich van een taak kwijtenZich een taak opleggen
'Taak', van Fra. : tâche, kvan : tâcher, pogen, trachten, zijn best doen; vandaar: een werkzaamheid. ‘Kwijten', van Fra. : quitte, kwijt, verloren, weg. Zich op een bepaalde taak toeleggen en er na af...Lees meer
Er nog een loodje opleggen
De zaak nog wat moeilijker makenIemand een lak opleggen (aanwrijven)
Deze uitdrukking schijnt haar oorsprong te hebben in het uitreiken van kerkelijke attestatiën, misschien nog in gebruik bij sommige gereformeerde gemeenten. De gewone attestatie was gedrukt, zo ook he...Lees meer