Op iemand vertoornd, vergramd zijn. Het vdw. gebeten wordt hier gebezigd in de betekenis van het onvoltooid deelwoord nl. van: bijtende, op bitse wijze, waarin reeds het Odu.: 'gebizzeno' als bijw. voorkomt en waaruit in onze taal de betekenis van ‘verbitterd' zich in bijvoeglijke opvatting verder heeft ontwikkeld. (Stoett.)