Nooit lelijk lief, nooit schone koolzak

Wat men liefheeft, vindt men mooi

Nooit lelijk lief

Men vindt hetgeen waarvan men houdt altijd mooi

Zelden of nooit

Behoeft geen nadere verklaring

Nooit ofte nimmer

Een krachtige bevestiging dat men een bepaald iets beslist niet doen zal of dat iets beslist niet gebeuren zal. ‘Ofte’ is een afkorting voor: oftewel. Dus eigenlijk: nooit, dat wil zeggen nimmer. Om d...
Lees meer

Nu of nooit

Vertaling van Lat.: ‘Nunc aut nunquam’. Men bedoelt ermee: als het op dit ogenblik niet gebeurt, is de kans voorgoed verkeken; men moet dus nu zijn kans waarnemen

Beter laat dan nooit

Laat in de nacht thuis komen

Beter laat dan nooit

Men kan beter iets laat doen, dan het helemaal nalaten

Beter laat dan nooit

Mogelijk houdt deze zegswijze verband met Pred. 12:1: ‘En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen’ zult: Ik he...
Lees meer

Men moet nooit nakaarten

Als men het spel verloren heeft, moet men daarin berusten

Men moet nooit nakaarten

Men moet zich neerleggen bij het onvermijdelijke

Natte poten, nooit eieren

Kippen die in slijk en modder moeten rondlopen, leggen niet

Stief is nooit lief

Een stiefmoeder is nooit voor de kinderen wat een eigen moeder is geweest

Speel nooit met vuur

Ga niet lichtzinnig met gevaarlijke zaken om

Hij verzaakt nooit troef

Hij is overal bij, neemt overal deel aan, als hij uitgenodigd wordt

Heb je nooit geweten

Dat grote vissen de kleine eten?

Jij weet nooit wat

Wordt ironisch of boosaardig gezegd tot iemand die, terecht of ten onrechte, meermalen ontkennende antwoorden op hem gestelde vragen geeft

Duivels zak is nooit vol

De gierigaard heeft nooit genoeg

Het meer is nooit vol

Iemand die rijk is, zal steeds méér willen

Een meester wordt nooit geboren

Men moet door ervaring wijs worden

Hij schijt nooit voor elven

Hij is zeer gierig

Goede dienst bleef nooit onbeloond

Of: Goede dienst gaat niet verloren. Ook: Geeft ge met grepen, ge trekt met schepen

Goede dienst bleef nooit onbeloond

Edelmoedigheid wordt steeds beloond

Harde regens duren nooit lang

Wie al te streng is, verliest spoedig zijn gezag; fig.: ook strenge vorst, enz. houdt nooit lang aan

’t Meer is nooit vol

Wie steeds meer wil hebben, heeft nooit genoeg. (Woordspeling tussen het naamwoord meer en het bijwoord)
toon meer resultaten