Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'Nogal los lopen'
Nogal los lopen
Nogal meevallen, niet zo erg zijn als men aanvankelijk dachtEr nogal christelijk uitzien
Er goed uitzien. De aanduiding ‘christelijk' is uiteraard weer een der spelingen van het volksvernuftNogal vies uitgevallen zijn
Overdreven zindelijk zijnDat hakt er nogal in
Ongeveer hetzelfde als: met de grove bijl erop inhakken (zie 1618). De betekenis is: uitgaven, die een groot gat slaan in de beschikbare geldenDat is nogal glad
Dat spreekt vanzelf, dat begrijp je zo wel. De herkomst is niet geheel duidelijkJe bent nogal sterk
Gekscherende opmerking tegen iemand, wiens hulp men nodig heeft, ook dan wanneer het niet bepaald om karweitjes gaat waar kracht bij te pas komtJij weet nogal veel
Gekscherende aanvang van een gesprek, waarbij men iemand iets vraagtEr zijn nogal haken en ogen
D.i. : er zijn allerlei moeilijkheden, er is onenigheid. Eigenlijk: zaken die gemakkelijk aan elkaar vasthaken en moeilijk te ontwarren, los te maken zijn. Van daar overdrachtelijk : aangelegenheden, waarover men met elkaar in moeilijkheden geraakt. De haken en de ogen zijn de bekende metalen voorwerpjes, waarmee men vóór het uitvinden van drukknoopjes en ritssluitingen kledingstukken slootHij is er nogal getapt
Hij is er een graag gezien gastDat is me nogal (ook) wat lekkers
Minachtende uitdrukking voor iets, dat nogal onaangenaam of minderwaardig isDaar komt nogal wat draad op
Dat kost veel meer dan men gedacht heeftHij is nogal goed van afschuiven
Hij is niet karig met zijn geldHij is nogal fijn op de graat
Hij is streng rechtzinnig (in het geloof, in de leer)Dat is nogal (ook niet) naast de deur
Wordt gezegd wanneer iets op verre afstand gelegen is, wanneer men een bezoek moet afleggen bij iemand, die ver verwijderd woontSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren