Naar hun haardsteden terugkeren
Eigenlijk: plek waar de (een) haard is. Bij uitbreiding: plek waar gestookt wordt, schoorsteenmantel, en bij verdere uitbreiding: zetel van rustig genoegen en gemak, woning, tehuis, hoewel voor dit laatste ook wel ‘woonstede’ geldt. De uitdrukking doelt op soldaten, die na het beëindigen van de oorlog of na demobilisatie tot de plaats van herkomst terugkeren