Men moet geen nieuwe lap op een oud kleed zetten
Ontleend aan Matth. 9 : 16-37 en Luc. 5 : 36-37: ‘Ook zet niemand een lap ongevold laken op een oud kleed: want deszelfs aangezette lap scheurt, en er wordt een ergere scheur. Noch doet men nieuwe wijn in oude lederen zakken, anders zo bersten de lederen zakken, en de wijn wordt uitgestort, en de lederen zakken verderven; maar men doet nieuwe wijn in nieuwe lederen zakken, en beide tesamen worden behouden’. De bedoeling van deze beide beeldspraken is, naar analogie der betekenis waarin Jezus ze gebruikte, dat men geen verandering in iets moest brengen, als deze verandering niet strookte met de geest van hetgeen men wil veranderen: niet gepaste toevoeging, ook onharmonische restauratie (van schilderijen, platen, kunstwerken, boekwerken e.d.)