Kiosk
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren

 

Spreekwoorden zoeken

uitgelicht

Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!

Spreekwoorden 'Iemand mat zetten'

Iemand mat zetten

Iemand de mond snoeren

In de mat zijn

a Ziek zijn, ongesteld zijn;
b in verlegenheid zijn

Iemand op de mat trekken

Hem doden

Iemand op de mat vallen

Iemand overvallen op etenstijd

Hij ligt in de mat

Hij is ziek

Iemand (op de mat) afschepen

Het beeld is ontleend aan de vroegere koopman, die zijn waren kwijt wilde en deze in een schip laadde, om te trachten ze in overzeese gewesten tegen andere goederen in te ruilen. De zegswijze bedoelt: iemand op de mat voor de deur laten staan (dus niet tot de woning of de woonkamer toelaten), daar zijn boodschap in ontvangst nemen en hem vervolgens met een zoet lijntje wegwerken, met een bits bescheid, of onder enig voorwendsel van zich weg zenden

Voor iemand in de mat springen

Zijn zaak verdedigen

Matschudding maken

De herkomst van het woord ‘matschudding’ is de volgende: In vroegere tijden werden de produkten en koopmansgoederen uit Indië met zeilschepen naar hier aangevoerd. Zo werden op Banka en Billiton steeds grote hoeveelheden tin ingeladen, hetwelk ook tot op zekere hoogte als ballast werd meegevoerd. Kleine stukjes tin werden door de gehele lading aangetroffen. Wanneer nu het schip in een der Nederlandse havenplaatsen gelost werd, was het de gewoonte, dat aan het uit het ruim omhoog hijsen van de laatste baal een eigenaardige ‘plechtigheid’ verbonden werd. Degene onder de lossers van het schip, die daarmee belast werd, tooide zich op potsierlijke wijze met een baard van geplozen touw of vlas, sloeg een paar kranjangs of ‘matten’ om zich heen en aldus uitgedost, nam hij plaats op de laatste baal en liet zich zo uit het ruim naar boven hijsen. Intussen lag aan deze plechtigheid - helaas - diefstal ten grondslag. De ‘koning’ van het feest verzamelde nl. zoveel mogelijk tin in zijn matten, teneinde dit later van de hand te doen
Toen eindelijk deze fraude aan het licht kwam, werden de matten eenvoudig uitgeschud, zodat het daarin aanwezige tin te voorschijn kwam. Er volgde dan natuurlijk de nodige deining. Volgens anderen moet men onder de herkomst van deze zegswijze verstaan de vuiligheid, die overblijft van een lading graan. Wie dus matschudding maakt, jaagt stof op

Matig zijn

In alles maat weten te houden

Matineus zijn

‘Matineus’, van Fra.: matineux, en dit van: ‘matin’, morgen, ochtend. Vroeg op zijn, gewoon zijn vroeg op te staan

Een matador zijn

‘Matador’, Sp. voor: doder. Hij is nl. de man die in het stieregevecht de stier de dodelijke steek moet toebrengen. Overdrachtelijk voor: een uitblinker zijn

Zich (moeten) matigen

Nl. in zijn woorden, of in zijn optreden tegen anderen. Wordt veelal gezegd wanneer iemand in zijn woorden of optreden te ver gaat

Een (statige) matrone

‘Matrone’. van Lat.: matrona, en dit van: mater, moeder. Deftige, bedaagde dame; achtbare gehuwde vrouw

Zijn matten oprollen

Vertrekken, heengaan

Alles met mate

Vroeger vaak gevolgd door: zei de kleermaker en sloeg zijn vrouw met de ellemaat. Men moet in alles matig zijn, weten hoever men gaan kan

met twee maten meten

de jongens hadden dezelfde streek uitgehaald maar toen de straf bekend werd, bleek dat er met twee maten gemeten was: ze werden ongelijk behandeld, de een kreeg meer straf dan de ander.

Op het matje komen

Hem laten komen om zich te verantwoorden

Met twee maten meten

Partijdig zijn
Twee mensen niet op dezelfde manier behandelen
Niet onpartijdig zijn
Ontleend aan Deut. 25:14, alwaar staat: ‘Gij zult in uw huis geen tweeërlei efa hebben, een grote en een kleine’. Hieruit blijkt dus, dat het telwoord ‘twee’ is gebruikt voor ‘tweeërlei’, en dus gelijk is aan: verschillende, ongelijke. De uitdrukking wordt gebruikt, wanneer men voor hetzelfde feit over de één een zachter oordeel uitspreekt als over de ander. Derhalve: partijdig zijn

iemand op het matje roepen

niemand bij zich roepen en vragen waarom hij iets gedaan heeft.

Matigheid is de beste dokter

Vele ziekten komen voort uit overdaad van spijs of drank
  • Synoniemen van Iemand mat zetten
  • Spelling Iemand mat zetten
  • Iemand mat zetten vervoegen

Spreekwoorden

Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.

Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).

Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal

Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren

Alle woorden

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
© 2022 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten