Nescit, quot digitos habeat in manu
Hij weet niet hoeveel vingers hij aan de hand heeftNescit, quot digitos habeat in manu
Vgl.: Hij kan nog niet tot tien tellenIn manu illius plumbum aurum fit
In zijn hand wordt lood tot goudQua vicit, victos protegit ille manu
Met de hand waarmee hij zegevierde, beschermt hij de overwonnenenQui vult amari, languida regnat manu
Wie geliefd wil worden, regeert met zachte handMalleus manubrio sapientior
De hamer wil slimmer zijn dan de steelMalleus manubrio sapientior
Het ei wil slimmer zijn dan de kipEen manusje-van-alles
Iemand die van alle markten thuis isEen Manusje-van-alles
De man die alles doet, die van alles wordt opgedragen; woordspeling tussen manus (Lat. voor hand) en Manus van Hermanus. Vgl. Lat.: ‘Fac totum’, letterlijk: doe alles. Vgl. ook Lat. ‘Ad omnes res aptu...Lees meer