Oorspronkelijk: mannetjes in de maan maken. Aanvankelijk gezegd van dieren (bijv. beren) die kunsten maken, of mensen voorstellen. Vroeger bezigde men het woord ‘maken’ ook wel voor: voorstellen, vertonen, bijv.: die toneelspeler ‘maakt’ een goede koning. Vgl. ook: wat maak je me nou, voor: wat wil je me nou vertonen, wijsmaken. De overdrachtelijke betekenis der uitdrukking is: praatjes, gekheid maken