Spreekwoorden zoeken
Spreekwoorden 'Maan'
Alles is naar de maan
Alles is verlorenIn de maan gebakken
Gezegd van bleek bakselNaar de maan reiken
Het onmogelijke willen doenHij is naar de maan
Hij is doodHij heeft zich uit de voeten gemaakt; ook: hij is verloren, hij is dood
De maan staat achter de kerk
Zij is ongesteldHet is daar rosse maan
Er is daar ruzieEr de maan van geven
Er de brui van gevenHet is bij hem volle maan
Van een kaalhoofdige gezegdHij geeft er de maan aan
Hij geeft de moed opAls de maan vol is, schijnt zij overal
Als een zaak tot volle klaarheid is gekomen, komt ze ter kennis van het algemeen; ook: met een volle geldzak kan men overal terechtHij houdt maandag
Hij werkt niet, ondanks het feit dat het een normale werkdag isHij heeft tegen de maan gepist
Hij heeft het door zijn houding en handelen bij iemand anders verbruidAls de maan drie tuiten heeft
M.a.w. nooitHij probeert altijd de maan te grijpen
Hij verlangt altijd het onmogelijkeMen moet niet naar de maan reiken
Men moet het onmogelijke niet willen doeneen blauwe maandag
ze hebben hier maar een blauwe maandag gewoond: ze hebben hier maar heel kort gewoond.Luie maandag houden
Op maandag niet werkenAls de maan vol is, schijnt hij overal
a Als iemand rijk is deelt hij gemakkelijk wat uit;b en in ruimere betekenis: als iemand gelukkig is, wil hij ook graag anderen daarin doen delen
Bij hem schijnt de maan door de bomen
Hij begint kaal te wordenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’