Liegen als een tandentrekker
Dwz. leugens voortbrengen van de grofste soort: een aartsleugenaar. Het tandentrekken was vroeger veelal aan de kwakzalvers toevertrouwd, en deze wisten, door het tappen van allerlei moppen, hun waardeloze medicamenten aan de met open mond luisterende omstanders aan te smeren