‘Geniep’, afgeleid van een ww. dat o.a. in het Fri. zich vertoont als ‘gnêpen’, ge-nepen, plagen, en verwant is aan: nopen. Volgens anderen van ‘ge-nipan’, donker worden (znw.: genip: nevel, mist, wolk). De uitdrukking wil dan eigenlijk zeggen: in het donker, in het verborgen, heimelijk, tersluiks, met het bijdenkbeeld: sluipend, gluiperig