Dit spreekwoord is van heidense oorsprong. Bij oude volken moest vooral de lever der offerdieren rein zijn. Was ze onrein, dan voorspelde men er allerlei kwaad uit. Oorspronkelijk gold de uitdrukking dan ook in die gevallen, waarin iemand schuldig was aan de een of andere misdaad en zich daarvan bewust was. Een en ander is, volgens Tuinman, gebaseerd op Ez. 21 : 21, waar staat: ‘Want de koning van Babel zal aan de wegscheiding staan, aan het hoofd van de twee wegen, om waarzegging te gebruiken; hij zal zijn pijlen slijpen; hij zal de terafim vragen, hij zal de lever bezien'. In onze tegenwoordige tijd zegt men het gekscherend, wanneer iemand iets te vertellen heeft dat van belang is