Oorspronkelijk luidde deze zegswijze: iemand in goud beslaan, op een altaar zetten en als heilige aanbidden. De oorspronkelijke uitdrukking komt reeds voor bij Marnix, Byenc. (48, r): ‘Daerom is Mr. Centianus wel weerdt, dat men hem in goud beslae, ende op den Autaer sette.’ De uitdrukking betekent: zuinig op iemand zijn, hem waarderen