Ieder het zijne (gunnen)
Vertaling van Lat.: ‘Suum cuique’, d.i.: ieder het zijne; elk wat hem toekomt. Oorspronkelijk zijn deze woorden van Cato, doch Cicero (De Legibus; De Ojficiis; De Natura deor) heeft ze tot gevleugelde gemaakt. Ze zijn de lijfspreuk geweest van Frederik I van Pruisen en het devies van de op 17 jan. 1701 gestichte orde van de Zwarte Adelaar. Soms wordt de uitdrukking ook gebezigd in deze vorm: ieder het zijne gunnen, en de kwaden niets