Hier stond (zweeg) de spreker stil
Spottenderwijs gezegd van of tot iemand, die niet verder voort kan, hetzij met redeneren, toosten, hetzij met aftroeven in het kaartspel e.d. Ontleend aan Tollens Tafereel der overwintering op Nova Zembla: ‘Hier houdt de spreker stil; hij snikt, hij kan niet meer’