Het zwaard van Damocles boven zijn hoofd hebben
Damocles was hoveling en gunsteling van Dionysius de Oudere, tiran van Syracuse (ca. 300 v. C.). Hij prees de vorst om zijn macht en rijkdom en roemde hem als gelukkig te zijn, waarop de vorst hem een dag koning liet zijn en met alle weelde deed omringen. Maar tevens deed hij een zwaard aan een paardehaar boven het hoofd van Damocles hangen, als teken in welke gevaren de bezitter van een dergelijke macht en rijkdom leefde. Toen Damocles dit zwaard boven zijn hoofd zag slingeren, begreep hij ook de schaduwzijde van het koning-zijn en vergenoegde zich daarop maar weer met de betrekking van hoveling. O ver dracht ehjk bezigt men de uitdrukking t.o.v. iemand, wie een onheil (bijv. dreigend ontslag uit een werkkring) boven het hoofd hangt. Vgl. de uitdrukking: zijn leven hing aan een zijden draad. Vgl. voorts pres. Kennedy in een rede voor de Verenigde Naties op 25.9.1961: ‘Vandaag moet elke bewoner van deze planeet rekening houden met de dag, dat deze planeet niet langer bewoonbaar zal zijn. Iedere man, vrouw of kind leeft onder een nucleair zwaard van Damocles dat hangt aan de dunst mogelijke draad, die iedere minuut kan breken door een ongeluk, een misrekening of waanzin'