Ter bereiking van een goed doel, mag men ook slechte middelen, indien het niet anders mogelijk is, gebruiken. Ontleend aan een passage in het boek: Medulla theologiae moralis van de jezuïeten-pater Busenbaum: ‘Cum finis est licitus etiam media sunt licita’. Daarnaar legt Pascal in zijn Provinciales een jezuïet de woorden in de mond: ‘Nous corrigons le vice du moyen par la pureté de la fin\ Vgl. ook Lat.: ‘Finis sanctificat media’. Gevleugelde woorden die ons in verdraaide vorm bereikt hebben of iemand ten onrechte worden toegeschreven, zijn er intussen vele. Zo wordt volgens Büchmann deze zegswijze niet met volle recht aan de jezuïeten toegeschreven. Wel heeft Busenbaum die stelling gegeven, maar hij zonderde af keurenswaardige middelen uit. Vóór hem had daarentegen Hobbes, de filosoof van het ‘Oorlog van allen tegen alles’, geschreven: ‘ . . . daar ieder het recht van zelfbehoud heeft, kan ieder alle middelen gebruiken die voor zijn onderhoud nodig zijn’ (Cive I, 8), waaruit dit beruchte woord zou zijn ontstaan