Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'hard tegen hard'
hard tegen hard
in deze wedstrijd ging het hard tegen hard: beide partijen vochten geweldig, geen enkele partij wilde toegeven.Hard tegen hard gaan
Veelal met de toevoeging: zei de duivel, en hij liep met zijn kop tegen de muur. Elkaar in felheid niet toegeven. Wordt gezegd van twee vertoornde mensen, wier belangen of wensen strijdig zijn. De uitdrukking is ontleend aan het graanmalen, waar de korrel tussen molenstenen fijngemalen wordt. Volgens anderen aan twee bokken, die met hun harde koppen tegen elkaar beukenHet hard hebben
Dit is eigenlijk een afkorting van: het hard arm hebben, hard ongelukkig zijn, d.i. zeer arm en ongelukkig zijn. Door het wegdenken van het hoofdbegrip kreeg ‘hard' zelf de opvatting van: arm, ongelukkig. ‘Hard’ zou een verbastering zijn van Gr.: kasta, dat ‘zeer' betekentHet gaat daar hard tegen hard
Het is daar een hooglopende ruzieHard moeten blokken
Hard studeren. Volgens Ndl. Wb. (II, 2912): ‘zitten als een blok', nl. om te werken, zeer ingespannen en onafgebroken werken. Volgens Winschooten (115): ‘niets anders als een blok, gelijk kuipers, smeden, enz. arbeiden'. Volgens Kiliaen: ‘een stuk hout in blokken hakken, stuk kappen’. Vandaar : zwaar arbeiden (studeren)een hard gelag
de mislukte oogst was een hard gelag voor de boer: hij kon dit verlies moeilijk dragen, hij had het daar erg moeilijk mee.Een hard gelag
‘Gelag', van: geliggen, samenliggen. Oorspronkelijk bijeengelegde voorwerpen, samengebrachte gelden. Later: gezelschap van personen die samen aanzitten. Daarna: gezamenlijke vertering in een kroeg (vgl.: gelagkamer, gelagen zetten, drinkgelag e.d.). De uitdrukking betekent: een hard lot, een harde noodzakelijkheid. Thans speciaal van toepassing op toestanden of lotswisselingen, waardoor men genoodzaakt wordt tot iets, dat hard valt (een maatregel, handeling e.d.). Vgl. Anna Bijns, Nieuwe Refereinen (31)Hard achteruit zeilen
Arm wordenHard zijn gelijk ene kassei
Bijzonder hard zijn (kassei: steen)Dat is een hard gelag
Dat valt erg tegenZich harden
‘Harden' is hier letterlijk: hard maken, bestand doen zijn. Een methode om zich te harden is des winters ook in koud water te baden. Voorts bij koud weer dun gekleed gaan, enzHardhandig zijn
Eigenlijk: harde handen hebben, hard van hand zijn. Ruw te werk gaanHardleers zijn
Hard zijn in het leren, moeilijk leren, dom zijn. Veelal met het bijdenkbeeld: eigenwijs zijn, telkens in een oude fout terugvallenZo hard als ijzer
Zeer hardHard zijn gelijk arduin
Bijzonder hard zijnHard van stapel lopen
Zonder overleg te werk gaanHard van hals zijn
Zich niet laten buigen, koppig zijnZo hard als staal
Uitdrukking wordt wel figuurlijk gebruikt als het gaat om iemands karakterHet hard voor de schenen hebben
Er slecht aan toe zijn, zeer in ’t nauw zijnHard gekreten, gauw vergeten
Iemand die het hardst huilt van verdriet, is het doorgaans als eerste weer vergetenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren