Hard tegen hard gaan
Veelal met de toevoeging: zei de duivel, en hij liep met zijn kop tegen de muur. Elkaar in felheid niet toegeven. Wordt gezegd van twee vertoornde mensen, wier belangen of wensen strijdig zijn. De uit...Lees meer
Het gaat daar hard tegen hard
Het is daar een hooglopende ruzieHardhandig zijn
Eigenlijk: harde handen hebben, hard van hand zijn. Ruw te werk gaanHardleers zijn
Hard zijn in het leren, moeilijk leren, dom zijn. Veelal met het bijdenkbeeld: eigenwijs zijn, telkens in een oude fout terugvallenZich harden
‘Harden' is hier letterlijk: hard maken, bestand doen zijn. Een methode om zich te harden is des winters ook in koud water te baden. Voorts bij koud weer dun gekleed gaan, enzeen hard gelag
de mislukte oogst was een hard gelag voor de boer: hij kon dit verlies moeilijk dragen, hij had het daar erg moeilijk mee.Hard achteruit zeilen
Arm wordenHard moeten blokken
Hard studeren. Volgens Ndl. Wb. (II, 2912): ‘zitten als een blok', nl. om te werken, zeer ingespannen en onafgebroken werken. Volgens Winschooten (115): ‘niets anders als een blok, gelijk kuipers, sme...Lees meer
Een hard gelag
‘Gelag', van: geliggen, samenliggen. Oorspronkelijk bijeengelegde voorwerpen, samengebrachte gelden. Later: gezelschap van personen die samen aanzitten. Daarna: gezamenlijke vertering in een kroeg (vg...Lees meer
Het hard hebben
Dit is eigenlijk een afkorting van: het hard arm hebben, hard ongelukkig zijn, d.i. zeer arm en ongelukkig zijn. Door het wegdenken van het hoofdbegrip kreeg ‘hard' zelf de opvatting van: arm, ongeluk...Lees meer