Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'gezag'
Het gezag ondermijnen
‘Ondermijnen’, ondergraven; letterlijk gezegd van grond, waaronder zich mijnen bevinden, waardoor het aardoppervlak zeer onsolide is geworden. ‘Het gezag ondermijnen’ wil zeggen: door allerlei ondergrondse acties (zaaien van ontevredenheid e.d.) het gezag der regering doen wankelen. Ook het ouderlijk gezag of dat van de onderwijzer kunnen op deze of soortgelijke wijze ondermijnd wordenGeloven op gezag
Iets zonder eigen onderzoek aannemen, in het bijzonder met betrekking tot het godsdienstig geloof. Vgl. de Genestet (2, 315): ‘Geloven op gezag - dat mag - niet meer in onze dagen.’Geen gezag hebben
Gezegd van onderwijzend of toeziend personeel, dat geen orde in de klas of op werkplaats en kantoor kan houden. De tegenstelling isOp een toon van gezag
Op hoge toonOp hoogdravende toon
Ongeveer hetzelfde als: Op een toon van gewicht. Eigenlijk: praten in een taal die afwijkt van de natuurlijke
Iets op iemands gezag aannemen
Iets van iemand aannemen zonder dat men weet, of het ook werkelijk kloptIets op eigen gezag doen
Iets doen hetgeen men feitelijk eerst mocht doen, wanneer men daartoe de opdrachten of aanwijzingen van anderen (bevoegden) had ontvangenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren