Spreekwoorden zoeken
Spreekwoorden 'Geven'
Kamp geven
De strijd opgevenAanstoot geven
Door gedrag een ander in zijn gevoelens kwetsenIemand pandoer geven
Iemand een pak slaag gevenGeven armt niet
Door iemand anders in zijn rijkdom te laten delen, wordt men zelf niet armerGeen kik geven
Niet het minste geluid makenGeen krimp geven
Niet toegevenIemand laudanum geven
Iemand zodanig vleien, dat hij geneigd is alles te gelovengeen krimp geven
bij de worsteling gaf hij geen krimp: hij gaf het niet op, hij hield vol.iemand troef geven
iemand afstraffen, iemand op een duidelijke manier vertellen dat het verkeerd is wat hij zegt of doet.Iemand weerwerk geven
Iemand tergenIemand lavei geven
Iemand iets wijsmakenDe geest geven
StervenIemand kappen geven
Iemand op een bedekte manier de waarheid zeggenIemand kwartier geven
Iemand in de strijd gevangen nemen maar toch laten levende nekslag geven
die zaak zat al in moeilijkheden, maar de verschrikkelijke brand gaf de nekslag: door de brand werden de problemen zo groot, dat de zaak niet meer kon draaien.Zich gewonnen geven
Zijn ongelijk bekennenIemand knoflook geven
Iemand afranselenIemand een knol in de muts duwen
Iemand een poets bakken
De kool en de geit sparen
Zo handelen dat men twee partijen met tegengestelde belangen ontziet
Iemand klompzak geven
Iemand een pak slaag —, ransel gevenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’