Spreekwoorden zoeken
Spreekwoorden 'Geld'
Geld zoekt geld
Een rijke man trouwt het liefste met een rijk meisjeGeldeloos, vriendeloos
Wie geen geld heeft, heeft ook geen vriendenGeld wil bij geld zijn
Wie eenmaal geld bezit, kan er gemakkelijk nog meer bij verkrijgen of winnen. Ook: Geld wint (of: zoekt) geldgoed geld naar kwaad geld gooien
dat bedrijf staat er slecht voor en toch koopt hij er aandelen van: hij gooit goed geld naar kwaad geld: hij steekt geld in dat bedrijf, terwijl hij van tevoren kan weten dat het mis zal gaan.Zijn geldkist vullen
Zich een aanzienlijk vermogen verwervenGoed geld naar kwaad geld gooien
Geld uitgeven in de hoop daarmee een oninbare schuld betaald te krijgenGeld besteden aan een doel dat toch niet te bereiken is
Waar geld is, wil het geld zijn
Wanneer men eenmaal iets bezit, kan men er gemakkelijk nog meer bij verkrijgenStenen vragen geld
Voor alles wat men wil hebben, moet men betalenZijn geld interen
Zijn geld aan eten en drinken opmakenGeld baart onrust
Gejaagdheid, ongedurigheidGeld maakt niet gelukkig
Aan het bezit van geld is veel zorg verbonden
Kopen kost geld
Wie kopen wil, moet geld hebbenGeld stinkt niet
Iedereen wil graag geld hebben, ook al komt het uit een dubieuze bronGeld moet rollen
Men moet niet alleen sparen, maar ook geld durven uitgeven aan kleine pleziertjesGeld heeft vleugels
Geld is gauw uitgegevenGeld maakt vrienden
Wie rijk is, heeft veel vriendenGeld is rond
Geld wordt gemakkelijk uitgegevengeld stinkt niet
geld wordt in het algemeen graag geaccepteerd, ongeacht de herkomst ervantijd is geld
een hoeveelheid tijd laat zich uitdrukken in termen van een hoeveelheid geld; in het bijzonder: minder benodigde tijd betekent meer winstGeld baart zorgen
Geld maakt niet gelukkigSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’