Geen geld - geen Zwitsers
Vertaling van Fra.: ‘point d'argent - point de Suisses'. Die niet betaalt, krijgt geen hulp of geen waar. Deze uitdrukking dateert uit de strijd tussen Karel V en Frans I. Tienduizend Zwitsers, die Lautrec als huurtroepen in dienst had genomen, kregen hun 400000 dukaten niet en onttrokken zich aan de strijd, waardoor Milaan voor Frankrijk verloren ging. De Zwitsers verhuurden zich vroeger aan de koning of vorst die het meest betaalde. Zij dienden veel in het Franse leger, vormden de lijfwacht van de koning en vandaar heet nog de oppasser in de katholieke kerk ‘Suisse'. In Les Plaideurs van Racine (I, 1) wordt de uitdrukking echter gebezigd door een portier of Suisse, Petit Jean genaamd, die zich erop beroemde dat hij nog nooit iemand tot zijn heer toegelaten had, die hem voor deze gunst niet vooraf een fooi gegeven had. Het is mogelijk, dat Racine van de reeds bestaande uitdrukking gebruik heeft gemaakt